Geheimhoudingsplicht
Een huisarts heeft, net als andere hulpverleners in de gezondheidszorg, een geheimhoudingsplicht. Geheimhouding betekent dat de huisarts gegevens over u niet aan anderen mag geven. Ook niet aan uw partner of uw kinderen. Hij mag dit alleen doen als u daar toestemming voor heeft gegeven.
Kinderen en jongeren
Een huisarts mag wel met ouders praten over de medische situatie van hun kinderen jonger dan 12 jaar. Voor kinderen van 12 tot 16 jaar beslist de huisarts zelf, na overleg met het kind, of hij de ouders inlichtingen geeft. Het beroepsgeheim geldt ook na de dood.
Doorbreken beroepsgeheim
Er zijn enkele situaties waarin een zorgverlener, dus ook uw huisarts, zijn geheimhoudingsplicht mag of zelfs moet doorbreken. Er zijn wetten die de arts verplichten om bepaalde medische informatie te melden. In de Wet bestrijding infectieziekten is bijvoorbeeld geregeld dat bepaalde besmettelijke ziekten direct gemeld moeten worden bij de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD). Een arts hoeft zich ook niet te houden aan het beroepsgeheim als hij vermoedt dat hij zelf gevaar loopt door contact met een patiënt, zoals bij vrees voor besmetting met HIV.
Anderen informeren
Een zorgverlener kan ook zonder uw toestemming gegevens verstrekken aan personen die rechtstreeks betrokken zijn bij uw behandeling. Bijvoorbeeld een verpleeghuisarts die informatie verstrekt aan de fysiotherapeut die u ook behandelt. De gegevens moeten dan wel noodzakelijk zijn voor de behandeling en het doorgeven ervan moet ook in uw belang zijn.
Meer informatie: website Rijksoverheid.nl